lalalala.reismee.nl

Homo Turisticus

Homo Turisticus

Er ligt een kameel in de greppel, vier poten omhoog. We zijn duidelijk niet meer in de Magdalenastraat. Het is wanneer je verbaasd bent over iets, dat je beseft een eind van huis te zijn. Die verbazing kan zowel het land en zijn bewoners betreffen alsook andere reizigers.

Ons eerste plan was om naar India te gaan. Ik vlieg niet graag en Jill wil vanuit ecologisch oogpunt liefts niet teveel vliegen. Daar heeft ze uiteraard een punt. “Kunnen we dat niet met de trein doen?”, vroeg ik me af. Daar werd even mee gelachen maar al gauw lag er een wereldkaart op tafel. Er leek op het eerste gezicht weinig beletsel om over land te gaan en dus zochten we op internet wat mogelijkheden uit. Zo kwamen we al snel bij de Trans-Mongolische express. Er werden bestemmingen toegevoegd – op een gegeven moment zaten we al in Japan en Australië – en weer geschrapt. Landen die nog op ons lijstje staan voor een volgende keer. Aangezien we uiteindelijk nog een week hadden voor een roadtrip van de Nepalees-Indische grens tot in Delhi, besloten we India te bewaren voor later.

Met de trein leek ons niet enkel milieuvriendelijker. We houden ook van het tempo. Je krijgt het veranderende landschap te zien, kan de benen eens strekken tot aan het restauratietuig of wandelend op het perron tijdens een halte. In een vliegtuig valt weinig te beleven of te zien. Misschien is de cultuurschok minder en het begrip groter wanneer je de afstand tussen A en B in kleine etappes aflegt. Ook dat spreekt ons aan.

In het park van de Hemelse Vrede zijn enkele Chinese dames druk in de weer met hun midlife crisis te bezweren. Kleurrijk uitgedost, voeren ze een grappig dansje uit. Goedkoper dan een psycholoog en gezonder dan taartjes. Niets bijzonders verder, dus ik ben al op weg richting de volgende tempel. “Maar het licht val er zo mooi op”, besluit mijn lief. En dus moeten er foto's gemaakt worden van de vrouwen. Als toerist zonder fototoestel (ik heb er 1 maar het ligt meestal in de koffer), heb ik tijd om degenen met toestel te observeren.

In Mongolië brachten we twee dagen in het National park van Terelj door in het gezelschap van enkele Nederlanders. Hoewel die toch bekend zijn met melkmeisjes, stoven ze als een zwerm muskieten af op de eerste de beste Mongoliër die zich met kruk en kan onder een yak plaatste. Zodra men het jongste dochtertje in beeld kreeg, was het hek helemaal van de dam.

Beeld het je in: op zondagmiddag ben je – goede Vlaming - je auto aan het inzepen of het gras aan het afrijden. Plots staan er tien Mongoliërs met hun telelens je kroost te fotograferen die het – spelend in hun plonsbadje – beduusd aankijken. De Mongoliërs maken zich uiteraard uit de voeten voor je ze de rammeling van hun leven geeft. Halfnaakte kindjes fotograferen, het ligt gevoelig in België. Maar goed, een paar duizend kilometer van huis is dat andersom plots heel gewoon.

Jill - de - fotograaf voelt zich duidelijk meer op haar gemak wanneer we alleen op stap zijn, zij de enige met een fototoestel in de buurt is en ze vooraf steeds kan vragen of het gepermitteerd is. Nu komen met name Nederlandse reisgenoten nochtans wel eens van pas. Wanneer wij aan het station worden opgepikt voor een transfer naar het hotel, proberen we met twee zware koffers de chauffeur bij te benen terwijl die er flink de pas in zet richting auto. Met een groep Nederlanders doe je zoiets niet. Die zullen zelf wel het tempo bepalen. Toch net iets assertiever. En luider.

Jan en Harm, de sympathiekste der Nederlanders, haalden we in Beijing weer in. Voor hen de laatste dag, voor ons de eerste. Erg leuk om 's avonds nog een pintje te gaan drinken en 's morgens samen te ontbijten. Tijd ook om wat ervaringen en tips uit te wisselen. Zij hadden fietsen gehuurd in Beijing, dus dat deden wij de dag nadien ook. Zodra je het treinstation in Beijing verlaat, is duidelijk dat je in een miljoenenstad terecht bent gekomen. De vele elektrische scooters zijn een zegen voor de luchtkwaliteit, maar je hoort ze helaas niet aankomen. Uitkijken dus. Door de stad lopen enkele grote wegen, zo'n tien baanvakken. Maar daarnaast heb je als fietser net zo goed aan elke kant van de weg een baanvak netjes voor jou alleen. Na een uurtje waren we er helemaal aan gewend en vond Jill het zelfs veiliger fietsen dan in Antwerpen. Tegen het einde van de week waren we amper te onderscheiden van de locals: niet wachten tot een auto stopt maar er gewoon voorbij schieten. Via het 13de baanvak van de snelweg richting een buitenwijk.

Het Tianmenplein kom je enkel te voet op, en dan nog enkel nadat je door een security check gaat, inclusief metaaldetector, scan van de bagage en fouilleren. Op het plein flink wat militairen en agenten. In tegenstelling tot de Russen, kan er bij hen wel meestal een glimlach af. Het viel Harm op dat naast enkele van de agenten – sommige staan in hun eentje stokstijf op een klein platform onder een parasol – een brandblusapparaat staat. Blijkbaar zijn ze als de dood dat er zich opnieuw iets zou voordoen, zoals een Tibetaanse monnik die zichzelf in brand steekt. Het is gidsen blijkbaar ook verboden er iets over te zeggen.

Geef ons maar liever kleine, gezellige steegjes. Die hebben ze hier ook en ruimschoots. Wanneer we terug richting hotel fietsen, stoppen we bij een kleurrijke toegangspoort van waarachter muziek klinkt. Een wirwar van steegjes met tientallen eetstalletjes, standjes met prullaria en kleine winkels met lokale producten. Alles baadt in het warme licht van lampions. Het loopt er vol met Chinezen, allicht vaak binnenlandse toeristen. Behalve eten met stokjes, is eten op stokjes ook erg populair. Fruitspiesjes, gebakken inktvis, de kakkerlakken waar Jill vooraf al van gruwelde, sprinkhanen, reuzenspinnen, slangen, nog levende schorpioenen op een spiesje... Het is exact zoals ons vooraf werd verteld: Chinezen eten alles met poten behalve een tafel en alles wat vliegt behalve een vliegtuig. Wij houden het bij inktvis, noedels, dimsum en een gebakje. Aan de overkant van al die couleur locale ligt een ander Beijing: dat van mega shopping malls gevuld met H&M, Starbucks, Prada en McDonalds. Die hamburgers smaken overal ter wereld hetzelfde, alleen wordt de fastood hier werkelijk snel geserveerd.Geen tijd te verliezen, de Chinezen. Ook in restaurants wordt het ene bord al afgeruimd terwijl je tafelgenoot nog aan haar maaltijd bezig is. “Pay now”, “Come here”, “Lady look”, het is duidelijk gedaan met de Mongoliërs die rustig wachten of je van plan bent wat te kopen bij hen.

Enkele toeristische 'must see's', doen we braaf aan. Maar het zijn toch de onverwachte plekjes die ons het meest bekoren. 'Net zoals er 'te weinig' bestaat, bestaat ook 'teveel''. Wijze woorden van Confucius. Ze zijn ook helemaal van toepassing op de hoeveelheid toeristen die de Verboden Stad bezoekt. We zijn er niet eens zo van onder de indruk. Huur gewoon “The last emperor” en ga lekker de tempel van Confucius bezoeken of de Lama tempel. Daar vind je Guiness book of records materiaal: een Boedha gemaakt uit een enkele boom, 26 meter hoog.

Uiteraard wandelen we ook over de muur. We zoeken een chauffeur die ons naar een minder toeristisch stuk brengt. De weinige toeristen die er zijn, blijven dan ook nog vaak hangen bij de eerste kilometer. Mijn lief en ik vinden er het eerste uur niet zoveel aan. Tot we eindelijk aan een plek komen waar je een erg mooi zicht hebt over enkele van de 9000 kilometer die de muur lang is. Onder invloed van een avontuurlijke Jill, verlaten we de muur en zoeken onze weg via een pad tussen bomen en struiken op de heuvel. Zo snijden we een flinke klim af en komen bij een stuk dat niet gerestaureerd is. Jill in haar nopjes. Terwijl ik van het landschap geniet, begint Jill nog aan wat zij 'berekende waaghalzerij' noemt. Iets later is ze heelhuids terug en kunnen we het hele eind terugwandelen.

We kunnen de kilometers goed gebruiken. Ik had verwacht na een maand Azië wat kilo's kwijt te zijn. Maar de tiramisu met groene thee infusie moet geproefd worden. En de drie soorten pasteis de nata, in het vegetarisch-boedhistisch restaurant waar we van het buffet genieten, uiteraard ook. Ik zie 's morgens vroeg een groep toeristen - uniforme petjes en witte sokken in sandalen - monter achter een man met een vlaggetje aanlopen. Heerlijk dat wij gewoon onze tijd kunnen nemen om te douchen, te ontbijten en gewoon wat door de stad te fietsen. Op weg naar een thee-ceremonie bijvoorbeeld. Het tempo van de trein houden we gewoon vast.

Volgende keer: gay in China!

Bedankt voor jullie fijne reacties, da's erg leuk voor ons.

Groetjes,

Marcia & Jill

De Gobi ervaring

Post-nomadisch

We staren naar een cirkel op de grond. Duidelijk spoor van de gertent die hier kortgeleden nog stond. Bayanaa krabt zich aan de baardloze kin. De andere Bayanaa tuurt in de verte. De familie waar we de nacht zouden doorbrengen, heeft ons een typische nomadenstreek gelapt: ze zijn verhuisd. Op basis van onduidelijke argumenten draait onze chauffeur het stuur naar rechts. Een half uur later staat er een tent. Op vraag van Bayanaa gaat een klein meisje haar moeder halen. Ja, de familie die we zoeken is in de buurt. Nog een kwartier later blaft de hond des huizes ons toe.

Het is de start van een waar zuivelfestijn. Kamelenmelk, geitenyoghurt, kaas van beide dieren en het stremsel van de melk, iets tussen room en boter. Het soort spul waarvoor je Nigella Lawson – notoir botergeil – 's nachts uit bed mag halen. Ik zal het me de dag nadien, met nog een vettige lunch erbovenop even beklagen. En tegen het einde van onze tijd in Mongolië kunnen we geen eieren of schapenvlees meer zien. Maar goed, voorlopig laat ik me de Mongoolse keuken smaken.

De nomaden van tegenwoordig staan stevig met beide voeten in de eenentwintigste eeuw. Een zonnepaneel naast de gertent, de kudde geiten wordt gehoed met de motor en mevrouw heeft drie handtassen in de ger hangen. Dat neemt niet weg dat de vrouw des huizes dromerig met een kamelendrol zit te spelen alvorens ze ons eten serveert. Die worden verzameld en dienen als brandstof voor de stoof. Ach ja, de drol is volledig gedroogd en zelfs de hond z'n vachtje glanst. Zo erg zal het dus allemaal wel niet zijn. 's ochtends staan we vroeg op en genieten van een prachtige zonsopgang in de Gobi woestijn.

Zand, stof en rook

Tegen het einde van de week kregen we wat in ons reisbescheiden omschreven werd als ' een iets afwijkend programma'. Ik was erg in m'n nopjes toen we eindelijk te zien kregen wat de toerist zonder kennis van zaken zich voorstelt van de woestijn: zandduinen. En die kregen we uitgebreid te zien. Na onze picknicklunch controleerde Bayanaa zijn wagen, iets wat hij geregeld deed. Toen plots het voorste stuk van de auto losgeschroefd werd, begrepen we dat de stop wat langer dan gepland zou duren. “Ik ga op verkenning”, besloot mijn lief. Dat leverde alvast wat knaagdieren en reptielen op. De dagen voordien hadden we al gieren en buizerds gezien en liep er plots een troep gazelles naast onze wagen. Geen klachten kortom betreffende de fauna en flora. Tijdens onze tocht van hoofdstad Ulan Bator naar de Gobi woestijn, veranderde het landschap geregeld. Veertig tinten groen, geel, rood, lila, paars... de herfst die hier vroeger begint, is duidelijk een mooie periode om dit land te bezoeken. Eindeloze vlaktes, bergen aan de horizon en 360 graden geen levende ziel te bespeuren. Om de zoveel tijd scheurt zich een natuurwonder los uit de rotsige aardkorst. De 'white stupa' (Tsagaan Suvarga) was het mooiste wat we zagen in de Gobi.

Beide Bayanaa's spoelen hun handen. De motorkap gaat weer dicht. Het voorste stuk wordt op het dak van de wagen gebonden. Er bleek iets gebroken. Diezelfde dag zal het in de allerkleinste lokale garage – wat werkgerief met vier planken eromheen, een man zit op een stapel banden ernaast – opnieuw gesoldeerd worden. Problematischer is dat de wagen koelvloeistof lekt. De chauffeur is ervan overtuigd dat hij het probleem voldoende verholpen heeft om ons nog drie dagen op sleeptouw te nemen. Ik heb mijn bedenkingen gezien de beproeving die de kilometers off road betekenen voor de auto. Die bedenkingen nemen toe wanneer een dag later plots wel erg veel rook uit de uitlaat komt. Het zal de lezer die mij kent niet verbazen dat ik geen teken van gids of chauffeur afwacht: ik sta een minuut later een twintigtal meter van de wagen. Beide mannen staan over de motorkap gebogen. Op een bepaald moment is er zoveel rook dat de wagen niet meer te zien is. De chauffeur roept iets naar de gids en die neemt vervolgens eerst onze en dan zijn bagage uit de wagen. De motor staat af, de batterij is er ondertussen uitgenomen en toch blijft het ding draaien en rook spuien. Ik maak me ernstig zorgen. Een minuut later stopt de motor dan toch met draaien en de rook neemt af.

Een half uur later zitten Jill en ik met onze gids in het busje van een Duitse toerist. Onze chauffeur hebben we moeten achterlaten bij de auto. Dat is Bayanaa in zijn tien jaar gidsen nog nooit overkomen. Hij ziet er redelijk aangeslagen uit. “More than a little bit”, antwoordt hij op mijn vraag of hij niet een beetje bang was zonet. Mongoliërs zijn dol op zingen. In elk gehucht een karaokebar. “When you are sad, sing, you will be happy. When you are happy, sing, you will be more happy.” Jill zou nu wel een liedje voor Bayanaa willen zingen maar we doen het toch maar niet. De Duitser zet ons af in het eerstvolgende stadje. Daar regelt Bayanaa een lunch voor ons en gaat op zoek naar een chauffeur die ons tot Kharkhorin wil brengen. Daar aangekomen gidst Bayanaa ons professioneel doorheen het Erdenet Zuu klooster. Hij draagt ons over aan Carrie, een collega gids die een Nederlandse moeder en dochter onder haar hoede heeft. De laatste twee dagen van de Gobi expeditie vallen samen met die van de 'Groene route'. Zo kan Bayanaa opnieuw op zoek naar een chauffeur om hem weer naar de hoofdstad te brengen. Het hoofdkantoor liet weten dat hij morgen opnieuw op tocht kan met een volgende groep. Het zal wellicht zijn laatste excursie van het seizoen zijn. Dan moet hij opnieuw op zoek naar een inkomen voor de winter. Veelal is dat een job in de mijnbouw. Vuil en gevaarlijk werk. 'Factories are better, more usefull. With mines, after a few years, it is just one big hole in the ground and one man rich”. Er zit voor duizend miljard euro aan grondstoffen in de Mongoolse grond. Ondanks een dalend armoedecijfer komen de inkomsten van de mijnbouw lang niet alle Mongoliërs ten goede. En dan is er nog de impact die de mijnbouw heeft op ecologisch vlak. In de hoofdstad worden initiatieven genomen om de luchtverontreiniging – steenkool en overbevolking - aan te pakken. Een systeem van alternerend rijden en taksen moeten soelaas bieden. De vele zonnepanelen stemmen hoopvol. Maar tijdens de spitsuren wandel ik Peace Bridge over met mijn mondmasker op. Wanneer we na een week platteland richting Ulan Bator rijden, zien we de stad opdoemen in een nevel van smog. Het helpt niet dat de stad tussen vier heuvels ligt. Ze hebben nog werk op de plank maar ze zijn er wel mee bezig.

De Nederlandse Jolanda vraagt ons naar de plannen voor de Antwerpse ring. Ik voel me boos worden wanneer ik vertel dat men tegen beter weten in de ring gaat sluiten tegen de stad aan, dat rekeningrijden en dergelijke moeilijk liggen voor de Vlaming en dat het ons ontbreekt aan politici die de moed hebben iets te doen aan onze eigen luchtverontreiniging. Volksgezondheid zou zelfs voor een besparingsregering toch nog een kerntaak en prioriteit mogen zijn. Ik denk aan de cursisten van Jill, lageropgeleide nieuwkomers. Degenen die doktersbezoeken uitstellen omwille van financiële redenen. Fijn stof, niet te zien, niet te ruiken. Een sluipmoordenaar. Morgen de trein op naar Peking. Nog meer smog.

Mongolië raden we van harte aan. De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam. Het gebrekkige Engels nemen we er graag bij. Toen ik in het hotelrestaurant ' a fork' vroeg om te proeven van Jills vleesschotel – ik had soep besteld - kwam de serveerster 5 minuten later met een stomende schotel varkensvlees aandraven. In het groene Hustai, bekend van de Prezwalski paarden – zat een Mongoliër voor zijn ger met zorg een schapenkop te bewerken met een gasbrander. Carrie legde me uit dat het de eerste fase was van een gerecht. “First they burn it, then they put it in the pot and then the heat of the sheep boils”. Tijdens onze laatste dag zouden we nog een kans krijgen om' the heat of the sheep' te proeven. Wij verkozen toch maar om een hapje te gaan eten in een Irish pub.

De optimistische chauffeur Bayanaa arriveert over een uurtje in Ulan Bator. Als zelfstandige wordt hij ingehuurd om met ons rond te toeren. Een kapotte auto betekent dat hij zijn eigen verzekering mag aanspreken en dat hij niet vergoed wordt voor de laatste dagen van onze excursie. Maar hij zal Jills hoedje – vergeten in zijn auto – nog even komen afleveren in ons hotel. We hebben een fles vodka voor hem klaargezet bij de receptie. De eerstkomende week moet hij toch niet rijden.

Trans-Siberisch

Trans-Siberisch

Het is middernacht wanneer Jan, Harm, Jill en ik nog even de trein verlaten om het station van Novosibirsk te bezichtigen. De veertigers uit Nederland waren die avond in onze coupé op bezoek voor een gezelschapsspelletje. Voor het pastelgroene stationsgebouw staan 2 beelden. Een vader met zoon op de schouder en een moeder met dochter aan de hand wuiven de bezoeker toe. Beelden zoals deze hebben we tijdens onze haltes in Rusland wel meer gezien. Na Sint-Petersburg namen Jill en ik de nachttrein naar Moskou. Voor ons was Moskou vooraf louter de vertrekplaats van de Trans-Mongolische express. Het sprak ons veel minder aan dan de culturele hoofdstad Sint-Petersburg. Achteraf zijn we blij dat we er 2 dagen geweest zijn. Veel meer dan Sint-Petersburg, wat een erg Europees aandoende stad is, ademt Moskou nog Sovjet-Unie uit. Ons hotel lag in het 'hotel district', buiten het centrum. De appartementsgebouwen zagen er voornamelijk vervallen uit. Wandelend door de botanische tuin die vlakbij gelegen was, kwamen we uit in een vreemd soort park. De dag nadien leerdden we van de gids dat het om een 'park of historic achievement' ging (op wikipedia te vinden als "All Russia Exhibition Centre"). Het complex van paviljoenen werd opgezet om de verwezenlijkingen van de Sovjet-Unie met zijn verschillende staten te tonen. Nog voor het goed en wel af was, implodeerde de Sovjet-Unie. Één van de parels van het park is een gigantische fontein met 16 gouden vrouwenbeelden. De Sovjet Golden girls. Elke vrouw is getooid met lokale klederdracht en draagt in haar handen een typisch product van de staat die ze vertegenwoordigd. Tesamen staan ze symbool voor de vriendschap tussen de Sovjetstaten. Later zullen zowel onze gids als onze chauffeur ons zeggen dat de jeugd er misschien aan herinnerd kan worden dat in het Sovjettijdperk niet alles slecht was. “There was no war and we had friendship”. Ja, 'friendship' en Siberische strafkampen denk ik bij mezelf. Tegelijk begrijp ik zowel de nuance als de romantisering van het verleden. Tijdens Manifesta zagen we een reusachtige installatie. Een nagemaakt flatgebouw, een viertal verdiepingen hoog. De voorgevel in puin, je kijkt zo binnen in de verschillende appartementen. Die zijn erg gelijkend en typisch voor de tijd van weleer. Een tafel, een stoel, een telefoon. Enkel de schilderijen aan de muur zijn verschillend. Van erg klassiek tot erg modern. Het gebouw is een metafoor voor hoe we geschiedenis kunnen lezen. Het is achter de façade dat we de kleine werkelijkheden vinden. En die zijn individueel. Je blik wordt sterk bepaald door je positie in de samenleving, standplaatsgebondenheid noemde mijn leraar geschiedenis dat. Ik moet er opnieuw aan denken.

Sedert Belarus hebben we niets anders gezien dan vaak armoedige maar kleurrijke huizen en gebouwen. Elk huisje met een groententuin en vaak bloemen. Tussendoor 3000 kilometer berkenbomen. Ter hoogte van Novosibirsk dan eindelijk wat afwisseling: heuvels, grasland, nog steeds berkenbomen en stilaan meer naaldbomen. We voelen dat de Trans-Mongolische trein die we hebben genomen pas tegen het einde een ander traject kiest dan de Trans-Siberische. Het wordt steeds kouder. Het is een meevaller dat we onze 4-persoonscoupé nog steeds voor ons alleen hebben. De extra dekens van de andere bedden komen 's nachts goed van pas.

Een oude man passeert de open deur van onze coupé en houdt halt. “Hi, where are your from?”. Een minuut later zit Üle uit Noorwegen naast ons. Hij maakt deze treinrit voor de tweede maal. De vorige keer was in 1969. “More traffic now in Moscow”. Hij maakt deel uit van een groep van 22 Noren die in Irkutsk een eerste stop maken. Reizen in groep staat hem niet zo aan. Je hebt vooral contact met mensen binnen je groep. Maar goed, hij is 82 dus alleen reizen was niet meer zo evident. Ons leek hij 10 jaar jonger. Zijn eerste 'Transsib' was van Japan, over Rusland westwaarts. “I missed a sunset, that's why I look younger”, glimlacht hij.

De nachten op de trein duren lang: de koude, de harde bedden, de trein die met horten stoten over de Russische sporen davert. Maar de 4 dagen vliegen voorbij. Je kijkt of en hoe het landschap verandert, tuurt naar de huizen en hun bewoners langs de spoorlijn, eet, drinkt en leert je medepassagiers beter kennen. De ochtend van onze stop in Irkutsk staan we met z'n allen al vroeg in het gangpad. De immer enthousiaste Suzie uit Beijing, haar fotograferende echtgenoot Jason, Michel uit Maldegem, de onhandige Kees wiens lengte Jill goed van pas kwam toen ze het raam van onze coupé langs buiten wilde poetsen en Jan en Harm die geregeld hun eersteklasse coupé verruilden voor een praatje met de buren uit tweede klasse. Zodra het meer in zicht is, begint iedereen als een gek te fotograferen. Nadien blijkt dat het meer – België past er 2 keer in, het is het grootste bovengrondse zoetwatermeer ter wereld – wel 4 uur lang te zien is vanuit de trein. We rijden er zo dicht langs dat je het water bijna kan scheppen. Het verdere traject richting Ulan Ude en de Mongoolse grens is wondermooi. Gedaan met berkenbomen, de Mongoolse bergen zijn in zicht.

Jillie the Kid

Over Mongolië hadden we vooraf niets dan goeds gehoord en dat bleek volstrekt terecht. 3 maal zo groot als het Verenigd Koninkrijk met minder dan 3 miljoen inwoners. De helft daarvan woont in hoofdstad Ulaan Bator, wat een idee geeft van de enorme ruimte die overblijft voor bergen, bomen, paarden, yaks, valken, adelaars, grondeekhoorns... Het is een landschap dat moeilijk te beschrijven is. We kunnen het alleen maar aanraden en dat nog voor we de Gobi in trekken.

Mongolië ligt hoog boven de zeespiegel. De zon klimt 's morgens razendsnel omhoog. Hoewel er steeds een fris windje is, moet je toch opletten dat je niet verbrandt. Meestal is de hemel staalblauw, geen wolk te zien. De nachten zijn koud, ook in de zomer. Gelukkig wordt de gertent waar we de eerste 2 nachten verblijven voor het slapengaan flink warm gestookt. Je kan er dan naakt een dansje in doen (wat Jill uiteraard niet nalaat). In de loop van de nacht koelt het snel af maar dan maak je dat je in je warmste pyjama onder drie lagen dekens ligt. Als je het landschap zo ziet, dan bekruipt je al snel de zin om een lokaal paardje te bestijgen en je helemaal in Mongolië te voelen. Jill is allergisch, maar dat houdt haar niet tegen. We hebben een mondmasker bij voor de luchtvervuiling in Beijing. Dat dient net zo goed om paardenallergenen tegen te houden. Ook dag 2, na een hele dag wandelen en klimmen in de zon, wou Jill er graag nog een uurtje paardrijden aan breien. Zij dus weg, de ondergaande zon tegemoet en tijd voor mij om wat aan ons reisverslag te werken.

Great Men

Great Men

Vandaag hebben Jill en ik in de stad van Peter de Grote afgesproken met de boomlange Rus Yury. Vandaag 23 jaar geleden, op 24 augustus 1991 werd OekraĂŻne onafhankelijk van Rusland. 23 jaar later vecht het OekraĂŻense leger nu al vier maanden tegen de pro-Russische rebellen in het oosten van het land. De OekraĂŻense president Porosjenko verkoopt stoere praat in hoofdstad Kiev, een directe boodschap aan Poetin. Die steunt immers de rebellen en annexeerde eerder dit jaar een deel van OekraĂŻne. Kortom, het is evident dat deze dag het bloed van sommige Russische nationalisten wat sneller gaat stromen.

Uiteraard waren we ons van dit alles hoegenaamd niet bewust toen we besloten vandaag af te spreken met Yury Gavrikov, mensenrechten- en holebirechtenactivist uit Sint Petersburg. We ontmoetten Yury voor het eerst 2 jaar geleden, in Antwerpen tijdens de World Outgames. Enkele weken geleden zagen we er elkaar opnieuw. Hij was op uitnodiging van de Antwerp Pride aanwezig in het kader van het mensenrechtenluik van de Pride.

Hij heeft iets van een grote vriendelijke reus, wanneer hij diep buigt om Jill en mij voorzichtig een knuffel te geven. Terwijl we Nevsky Prospekt afwandelen, vertelt hij honderduit. Over de media propaganda die de Russische overheid z'n bevolking inlepelt aangaande OekraĂŻne of met betrekking tot holebi's. Over de populariteit van McDonalds onder holebi's in zijn stad (vervelend voor een gezonde kerel als Yury), Russische gas en olie, economische boycots... We spreken af met Kirill Kalugin, een andere activist. Ze gaan enkele betogers vervoegen die er aangaande OekraĂŻne meer pacifistische gedachten op na houden dan de doorsnee Rus. Yury en zijn vrienden zijn niet enkel betrokken bij holebi activisme maar zoeken ook actief coalities met andere NGO's en mensenrechten groeperingen. Voor hen is er een duidelijk verband tussen het toenemende chauvinistisch Russisch imperialisme en het beknotten van vrijheden van burgers allerhande.

Kirill is enkele weken geleden kort opgepakt nadat hij een 'single picketing' actie deed aan de Hermitage. Zo een solo actie is een manier om de wet te omzeilen die oplegt dat je toestemming moet vragen voor een betoging. Zijn vlag - “my freedom protects yours”- was 10 seconden ontrold toen hij aangevallen werd door een radicale zot die zich Timur Isayev noemt. Terwijl Kirill werd afgevoerd door de politie mocht Timur een interview geven aan de media ter plaatse.Het jaar voordien werd Kirill aangevallen tijdens een gelijkaardige actie. Nadat hierover een artikel verscheen in de media, werd hij van de universiteit gegooid waar hij voor bio-ingenieur studeerde.

Diezelfde Timur staat vandaag bij de Putin fans die een eigen manifestatie houden naar aanleiding van de Oekraïense onafhankelijkheidsdag. Zo een betoging – tegenbetoging gaat er hier een ietsie anders aan toe dan wat we in Antwerpen gewend zijn. Kirill, een tengere kleine jongeman, staat neus aan neus met Timur. Er wordt eerst flink wat gediscussieerd tussen de demonstranten. 'Russia, Russia!' roepen de enen. Zodra iemand van de tegenbetoging een woord zegt dat klaarblijkelijk niet goed valt, krijgt die een flinke klap. Dat herhaalt zich nadien nog eens. De politie voert dader én slachtoffer af en staat er verder apathisch bij. Yury volgt alles op de voet met zijn camera. Het lijkt de agenten niet te storen.

Na het hele gebeuren gaan we iets eten met Yury, Kirill en Natasha. Yury vertaalt voor Kirill mijn verbazing dat zo'n tengere kerel blijkbaar geen schrik heeft van de beren bij wie de haat zo uit de ogen puilt. “Natuurlijk is hij bang. Hij staat daar ondanks zijn angst”. Er zit iets diepers en sterkers in de jongen dan zijn angst en dat is waarom Yury zo dol op hem is, vertelt hij me later tijdens onze wandeling door de stad. Natasha, 61 jaar oud en al talloze keren opgepakt, nog onder het Sovjet-regime, is moedeloos. “Het zit niet enkel bij het regime, het zit ook bij het gewone volk. Ik zou graag de dag nog meemaken dat ik trots kan zijn op mijn land”. Of ik geen lesbiennes meeneem naar dat Roze Huis waarover Yury vertelde? "Dat kan", zeg ik. "Ook van die oude zoals ik?", repliceert ze. "Daar hebben we zelfs meerdere lidverenigingen voor". We lachen. Natasha toost met vodka, de borscht smaakt mij ondertussen heerlijk.

We nemen afscheid van elkaar op het plein voor de Hermitage. De oranje-zwart gestreepte vlag die de patriottistische betogers meedroegen, hangt in groot formaat te wapperen boven het podium waar later vandaag een herdenkingsfeest plaatsvindt voor de Eerste Wereldoorlog.

“Not everything that is faced can be changed, but nothing can be changed until it is faced.” James Baldwin, homo en één van de “Great Men” afgebeeld door Marlene Dumas en te bezichtigen in de Hermitage tijdens Manifesta 10.

Sint Petersburg

Helaas zijn er niet al te veel vervoersmiddelen waarbij ik me echt comfortabel voel. In een vliegtuig is er altijd wel een moment waarbij ik een lichte paniek moet onderdrukken. De enige auto waarin ik me echt op m'n gemak voel is de taxi binnen de stad. 's nachts in de trein bedenk ik me dat met m'n hoofd aan de raamzijde slapen misschien niet de beste kansen geeft om een eventuele treinramp te overleven. En in een boot maak ik binnen de vijf minuten een inschatting van de beste route naar buiten.

Dus het was met milde ernst dat ik tegen Jill zei 'als er wat gebeurt, kalm blijven en desnoods een doef op de neus van degene die je de uitgang verspert'. Maar 'zo is zij niet'. Ik besloot dus desgevallend haar een dreun te geven en ze alsnog van de verdrinkingsdood te redden. Mijn schoonvader zal dat vast begrijpen.

Pragmatisch als ik ben, waren we ondanks mijn overpeinzingen op een draagvleugelboot gestapt richting Peterhof. Die zou ons daar pakken sneller brengen dan de bus. Zonder technisch te worden: een draagvleugelboot bleek een goede zaak voor mensen zoals ik aangezien er weinig turbulentie is. Peterhof zelf bleek echt de moeite. We hebben ze niet geteld maar er zouden 176 fonteinen staan. De ene al grotesker, pittoresker dan de andere. Sproeiende bomen, bloemen, draken, waternimfen... Het was er duidelijk niet snel over voor Peter De Grote. Showstopper is de fontein van Simson die metershoog gaat. Dat alles met een prachtig uitzicht over de Golf van Finland.

We hebben de indruk dat men in Rusland het concept 'snoeien om te groeien' niet kent. Of men begrijpt het toch anders dan de Vlaamse regering. Er loopt overal ontzettend veel (overheids)personeel rond. In het geval van Peterhof betekent dit met een schaartje en een schop meters grasboorden bijwerken. Maar we tellen ook ontzettend veel militairen, agenten, straatvegers,...

Ondertussen heeft Jill na twee dagen klagen over het niet meenemen van haar telelens, het geweer van schouder veranderd. Vandaag spreekt ze vrolijk de ene Russin na de andere aan voor een portret. Die gaan daar allemaal met de glimlach op in. Hoewel we ook al wat Russen zijn tegengekomen die weinig hartelijk zijn, kunnen we dat niet veralgemenen. Prijs voor de meest sympathieke gaat naar de provodnika die op de slaaptrein Minsk-Sint-Petersburg behulpzaam de menu uitbeeldde. Op basis van de oortjes was ik me al aan het verlekkeren op konijn maar toen ze begon te knorren heb ik toch maar vis gekozen.

Tijdens een volgende dag goed doorwerken hebben we een half Hermitage gezien, de 'kerk van de verlosser van het bloed' en een Frans-Russische tandarts. Een kleinigheidje dat normaal op 5 minuten rond zou zijn, nam uiteindelijk 2 uur in beslag. Terwijl Jill door 2 Russinnen geholpen werd, onderhield de baas mij over de economie in Rusland, de toestand in OekraĂŻne en de houding van Russen ten aanzien van buitenlanders. Er werd me tot 3 keer toe een tas koffie aangeboden terwijl ik aan assistente nummer 3 mocht aangeven in welke taal ik graag een documentaire over het Russisch museum zag tijdens het wachten. En toen bleek dat we niet met bankkaart konden betalen en niet genoeg cash op zak hadden, mochten we die 1100 roebels (20 euro) voor hem net zo goed laten zitten.

Vandaag staat Hermitage deel 2 en Manifesta op het programma. Morgen allicht nog wat kuieren door de stad. 's avonds worden we opgehaald aan het hotel en om 23u vertrekt de slaaptrein van Sint-Petersburg naar Moskou. In Moskou verblijven we 2 dagen. Dag 1 is voor ons en dag 2gaan we samen met een groep en gids op stap. Dinsdagavond stappen we dan alweer de trein op. Dan meteen voor 5 nachten met als volgende stop Mongolië. Daar verblijven we 2 dagen in een National park en gaan we met een groep ook nog 7 dagen de Gobi woestijn in. Maar daarover later meer! Jill zorgt de komende dagen voor het fotoverslag!

Groetjes en bedankt voor jullie leuke berichtjes!

Marcia

Een enkeltje Antwerpen-Amsterdam-Hannover-Minsk-St.-Petersburg aub. Nee, geen reductie.

Weet je wat er heerlijk is aan een driedaagse treinreis? Dat je nadien een bovenmatige appreciatie hebt voor een warme douche, ruimte om je koffer open en dicht te doen, en een twins-bed dat je mits een kleine verhuis tegen een ander twins-bed kan schuiven voor een inslaap-lepeltje-lepeltje. Niettemin was het een fijn begin van de reis, en een goede oefening om straks vier dagen en vijf nachten op een trein door te brengen. Nu weten we dat het geen goed idee is om je onderbroeken, je washandjes, je pyjama, je toiletgerief, je oordopjes en je medicijnen allemaal op een andere plek te bewaren. Zondag maken we overlevingspakketjes voor de volgende treinreis, en daar is al grondig over nagedacht. We waren bij het pakken vast te veel in beslag genomen door het maken van onze koffer-in-een-koffer met tarwe- en melkvrij eten. We hebben meerdere soorten speltcrackers mee, biobroodbeleg, hopen tarwevrije graanrepen, cornflakes, sojamelk en zelfs drie geniepig meegesmokkelde zwarte tomaten van Marcia’s grote trots: haar tomatenplanten van biologische oerrassen op ons terras. Jammer genoeg hebben die nogal laat vruchten gemaakt dit jaar, en waren deze drie verstekelingen dus eigenlijk een troostprijs. Deze ochtend zat mijn liefste dus haar eigen tomaten tevreden te schikken naast wat haring en lauwe aardappelen van het ontbijtbuffet.

Nu moet ik wel zeggen: ik heb fantastische medicijnen! Nee, niet die kalmeerpillen met passiflora (hoewel), maar Norgitan Travel. Want ondanks onze voorraad heb ik het toch niet kunnen laten dingen te eten waarvoor ik intolerant ben (zoals het hotelontbijt), maar ik heb nog geen enkel maagpijntje of buikkrampje kunnen gewaarworden. Ik denk dat ik net m’n lievelingsmedicijn heb ontdekt!

Trouwens, ik ben vergeten oorbellen mee te nemen op reis. Niet erg natuurlijk, een goede reden om er nieuwe te kopen. Maar een korte blik op de oorlellen van de Russische vrouwen leert al snel: niet hier. Hoort thuis in hetzelfde rijtje als: de Russische vrouwen zijn er erg goed in hun natuurlijke schoonheid te verdoezelen (en niet met kleren).

Tot snel,

Jill

Kedeng kedeng

De Wit-Russische oma was tevreden toen ze me rond 6 uur 's ochtends uitgelaten als een klein kind 'een hertje!' hoorde roepen. De Duitse jongeman die met haar de coupé deelde, had het net voor haar vertaald als een meer begrijpbare 'ree'. Het was duidelijk dat ze behalve de jonge Duitser ook dit stadskind onder haar ervaren vleugels kon nemen. Omaatje stapt een drietal keer per jaar in Berlijn op de trein naar Minsk. Toen ze als jonge vrouw jaren geleden verhuisde van haar geboorteland Belarus naar Duitsland voelde ze zich vrij. “Ich fühle mich wie ein Mensch”. Hetzelfde gevoel overvalt haar nog steeds zodra de grenscontrole achter de rug is.

Oma kwam bijzonder goed van pas om onze vragen te vertalen voor de provodnik. Een provodnik is een man of vrouw met een uniform voor wie het ten strengste verboden is te glimlachen. Na een beetje oefenen is het me zelfs gelukt in het Russisch te vragen om ons bed omhoog te klappen. Tot grote fierheid van oma.

Voor mij was het de eerste keer op een slaaptrein. Hoewel je nachtrust niet te vergelijken valt met het eigen bed, heeft het wel wat. De eerste nacht deelden we de coupé met een Britse dame. Sedert ze totaal panisch was geworden tijdens een vlucht op haar zestiende, heeft ze geen vliegtuig meer van binnen gezien. Van Minsk naar Sint Petersburg hadden we al veel minder conversatie aan een Russische dame. Yury, een Russische activist die we leerde kennen in Antwerpen, vertelde me dat maar weinig Russen ooit het buitenland bezoeken. Veel talenkennis moet je dus niet verwachten.

Na een klein uurtje wordt de kedeng kedeng zo monotoon dat je er kan doorslapen. De harde bedden laten dat wat minder toe. Het blauwe uurtje komt vanonder het rolgordijn piepen en vijf minuten later sta je, in pyama op het gangpad van de trein, het station van Warschauw in te staren. De eerste forenzen al netjes gekleed op het perron.

Ondertussen bevinden we ons in het statige Sint-Petersburg. De kans is klein dat de stad ons hart zal veroveren zoals het warmbloedige Sevilla, tot dusver onze lievelingsbestemming, dat heeft gedaan. Maar de grandeur van de stad valt niet te ontkennen. Tijdens een toeristische boottocht viel op dat men behoorlijk wat trots haalt uit militair vertoon. 3 oorlogsschepen met poserende bemanning en een militaire kazerne dreven voorbij. Ik vermoed dat de fonteinen van Peterhof ons vandaag meer zullen imponeren. Het (foto)verslag van Jill volgt.

Groetjes,

Marcia

Welkom op onze lalalala log!

Lalalala!

Nog 5 dagen en we zijn vertrokken voor de langste treinreis van ons leven dusver. Van Antwerpen Centraal naar het dak van de wereld, Tibet. Om er dan weer af te rijden tot in Kathmandu.

Maandag gaan het van Antwerpen naar Amsterdam, Hannover, Minsk en woensdagochtend worden we wakker in Sint-Petersburg. We hebben alvast 2 dagen gereserveerd voor de Hermitage.

Plek voor kleren heb ik amper nog in m'n koffer. Dus Jill zal haar 5 paar schoenen zelf moeten opbergen. "De kunst van het vallen" van Gaea Schoeters gaat mee, samen met "Het Schervengericht" (Van der Heijden) en "Everyman" (Philip Roth). We hebben gezelschapspelletjes en Jill-proof eten voor op de trein. Opname apparaatje voor de socioloog en fototoestel voor de fotograaf. We gaan de toerist uithangen maar we hebben toch ook enkele plannetjes...

De kat heeft reuzegoed gezelschap gekregen dus alles lijkt geregeld voor vertrek.

Aangezien The Great Firewall vermoedelijk in de weg zal staan om al onze verhalen via Facebook kwijt te geraken, hebben we voor dit alternatief gekozen.

Verhalenenfoto's vind je hier, en via de kaartkan je zien waar we vermoedelijk uithangen.

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor onze mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

Leuk dat je met ons meereist!

Groetjes,

Marcia & Jill

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Tiara Tours